Wat heeft Plato met stroopwafels te maken?
“Wat is dit?”, vroeg ik, terwijl ik een cirkel op het bord
tekende. “Een bal, een voetbal, een volleybal, een hamburger, een cheeseburger…”
De kinderen van deze flex-klas in Amsterdam-West hadden hun tweede filosofieles
en kregen een oefening in creatief denken. Eerst waren ze nog wat onwennig,
maar uiteindelijk kwamen ze op meer dan 150 mogelijkheden voor de cirkel die op
het bord stond.
Heel veel antwoorden
Ook dit is filosofie, niet alleen diep nadenken, maar ook
creatief denken. En dan zijn er heel wat antwoorden mogelijk…” Ik besloot
strepen te zetten op de cirkel en vertelde ze dat er nu nog maar antwoord
mogelijk was. “Een stroopwafel!!!”, antwoordde het meisje vooraan. Ze had de
hele les goed geluisterd, maar nog niet veel gezegd. En zij kreeg natuurlijk de
stroopwafel, die ik uit mijn tas haalde.
Eens of oneens?
Niet om op te eten, maar om te bestuderen. Ze kreeg er
namelijk nog drie. En een bijbehorende vraag: “Zijn deze stroopwafels hetzelfde?”
Ze bekeek ze met aandacht en kwam tot de conclusie dat ze allemaal van vorm
verschilden. Er waren stukjes afgebroken, de opdruk was niet overal hetzelfde.
En misschien zat in de een wel iets meer suiker dan de ander. Maar er waren ook
kinderen die vonden dat een stroopwafel een stroopwafel was. En dan was er nog
een groep twijfelaars. In de klas werden drie hoeken gemaakt: eens (groen),
oneens (rood) en eens/oneens (oranje). De kinderen mochten naar de hoek lopen
die paste bij hun antwoord. Ze namen hun stelling in.
Ze veranderden van mening
Nu kon het filosoferen pas echt beginnen. Er werd goed geluisterd
naar elkaars argumenten en er waren zelfs kinderen die halverwege besloten om
toch naar een andere hoek te lopen. Ze veranderden van mening. Zo af en toe
legde ik ze een verdiepende vraag voor en toen ik het gevoel kreeg dat we het
nu wel van alle kanten hadden besproken, liet ik ze een filmpje zien over hoe
stroopwafels worden gemaakt in de fabriek. Over welke ingredienten er worden
gebruikt en hoe ze de ronde vorm krijgen. Om vervolgens verpakt te worden en
naar de winkel te gaan. Het bracht ons weer op nieuwe ideeen.
In de binnenbioscoop
De stroopwafel rook wel erg lekker. Aan het einde van de
les, mochten de kinderen hun ogen sluiten. En zich inbeelden dat ze van Mars
kwamen en voor het eerst van hun leven een stroopwafel zouden eten. We gingen
eerst voelen, toen ruiken en luisteren. Om vervolgens onze binnenbioscoop aan
te zetten en de stroopwafel voor ons te zien. Dat lukte. Toen we onze ogen
openden lag daar het brokje stroopwafel en stopten we het in onze mond. We
lieten het smelten op onze tong en beseften dat hij nog nooit zo had gesmaakt.
“Wat heeft dit allemaal te maken met Plato?”, vroeg ik na
afloop. En ik vertelde ze over de ideeenwereld (de stroopwafel die je ziet als
je je ogen dicht hebt!) en de fysieke wereld (de stroopwafel die we hebben
onderzocht met onze zintuigen). “Nou, ze waren allebei even lekker!”
Met dank aan:
De kinderen van basisschool 't Koggeschip te Amsterdam
Meer lezen:
Over Plato en zijn ideeenleer: Plato - Wikipedia
Reacties
Een reactie posten