Je moet niet huilen
“Nou, ik ben op Vlieland geweest…” “En wij hebben met de
boot gevaren.” De gesprekken over de afgelopen vakanties kwamen lekker op gang tijdens
de filosofieles. Een ding was zeker: ze hadden genoten. Ik besloot te vertellen over mijn “vakantie”,
waarin ik dagenlang had gehuild. De gesprekken verstomden en ze luisterden
aandachtig naar wat ik te vertellen had. Terwijl ik de tekening van Saartje met
haar kwispelstaartje tevoorschijn haalde. Het staartje in de tekening kon echt
kwispelen en dat was dan ook de levensles die we van Saar hadden gekregen: wat
er ook gebeurt, je blijft met je staartje kwispelen.
"Ik zit liever in de zon"
Ook in de filosofie bleken veel levenslessen te vinden:
levenskunst wordt het ook wel genoemd. Vandaag kwamen er drie stromingen aan de
orde uit de Griekse oudheid: de cynisten, de stoicijnen en de epicursten. Ik
las voor uit het boek “De Wereld van Sofie”, dat al jaren centraal staat bij
deze filosofielessen en gaf wat voorbeelden te verduidelijking. Over Diogenes bijvoorbeeld
die eigenlijk niets nodig had. Maar toen hij op een ochtend voor zijn ton (waarin
hij woonde) in het zonnetje zat en bezoek kreeg van Alexander de Grote, toch
een wens bleek te hebben. “Zou u een
stukje opzij willen gaan staan, dan zit ik weer in de zon.”
"Je moet vooral genieten en pijn vermijden"
Het werd nog wat concreter voor de kinderen toen ik ze vroeg
wat deze filosofen nou eigenlijk met Saartje te maken hadden? Vol verwondering
luisterde ik naar de antwoorden: “Het maakt niet uit, als je een keer dood
gaat, als je maar gelukkig hebt geleefd.” “Je moet vooral genieten en pijn vermijden.”
“Je hoeft niet rijk te zijn om gelukkig te zijn.” “Laat je niet door je
gevoelens meeslepen.” En tot slot: “Je moet niet huilen als je iemand verliest.”
Wij besloten met deze laatste iets te gaan doen.
"Dat is een altaar"
De kinderen hadden wasknijpers beschilderd en tussen twee
stoelleuningen had ik een waslijn opgehangen. Daaronder lag een gouden kleed en
op het kleed legden we de tekening van Saartje. “Dat is een altaar!”, riep
iemand verrast. Aan de linkerkant van de waslijn hing ik een groen kaartje (dat
stond voor eens) en helemaal aan de rechterkant een rood kaartje (dat stond
voor oneens). In het midden hing een blauw kaartje dat stond voor zowel eens
als oneens. “Dus de stelling is: Je moet niet huilen als je iemand verliest”. “Hang
je knijper maar op wat het beste past: helemaal eens, oneens of zowel eens als oneens.”
De knijpers werden opgehangen en wij bewonderden de waslijn.
“Huilen? Het gebeurt gewoon”
“Ik zie dat jij het er helemaal niet mee eens bent, kun je
dat toelichten?”, vroeg ik aan de jongen die rechts van mij stond. “Ik vind dat
“moeten” geen goed woord is. Niemand kan bepalen of jij mag huilen of niet. Dat
gebeurt gewoon”, wist hij te vertellen. De anderen waren het er wel mee eens en
er werden wat knijpers verschoven. “Zou er ook een situatie kunnen zijn,
waarbij je eigenlijk opgelucht of blij bent, wanneer je iemand verliest?” Ze
gingen zich afvragen wie die “iemand” dan zou kunnen zijn: iemand die een moord
heeft gepleegd, iemand die je eigenlijk niet kent, iemand die misschien wel ernstig
ziek is en uit zijn lijden wordt verlost? En hoe zouden de cynici, stoicijen en
epicuristen hierop hebben gereageerdE? Weer werden de wasknijpers op een
andere plek gehangen.
Ondertussen was het tijd en kwam er al een vader
binnenlopen. Ook hem werd de vraag voorgelegd, en wat bleek? Vaders huilen ook
wel eens.
Met dank aan:
De kinderen van filosofieclub “De Wereld van Sofie”
Meer informatie:
Reacties
Een reactie posten