Mag je een ander pijn doen?
“Ja, sorry, ik ben vandaag wat later. Moet eerst nog naar de
tandarts…” Toen ik binnen kwam zaten de kleuters gezellig aan de ronde tafel
rijstwafels te eten. Met jam, pindakaas of vegetarische worst. Ik werd
enthousiast begroet: “Jij bent toch de tovenaar?”, hoorde ik iemand zeggen,
terwijl een ander aan mijn benen hing. Inderdaad, maanden geleden was ik hier
ook geweest. Om een voorstelling te geven, waarin ik de tovenaar speelde. Ze wisten
nog precies waar het verhaal over ging. Maar vandaag kwam ik op deze bso om te
filosoferen. Filosoferen met kleuters? Ja!
Niet het moment om te filosoferen
Sommige kleuters vonden dat ze lang genoeg aan tafel hadden
gezeten. Ze sprongen op. Om een puzzel te gaan doen, met de lego te spelen of
te gaan bouwen in de bouwhoek. Anderen hadden zoveel energie dat er gerend moest
worden. Dit was niet het moment om te gaan filosoferen, besefte ik. En ik
nodigde wat kinderen uit om mee te gaan naar de speelzaal. Daar konden ze zich
lekker uitleven met de ballen. Er werden hutten gebouwd en geklommen in het
klimrek. Nog steeds niet het moment om te filosoferen en ik besloot eerst maar
eens te gaan observeren.
Een welles-nietes verhaal
“Hij heeft me pijn gedaan….” Een meisje in een dino-pak kwam
huilend op me afgerend. Ze was ontroostbaar.
Ik zag aan de andere kant van de speelzaal een jongen al wegduiken. De
andere kinderen hadden inmiddels al lang verteld dat hij “de schuldige” was. Hij
had in zijn hand een plastic buis, die hij als zwaard had gebruikt. Om op het
hoofd van het meisje in het dino-pak te slaan. “Maar zij is een dino, zij moet
gepakt worden..”, bracht hij in. Het werd een wellens-nietes verhaal en ik
besefte dat als de tranen waren opgedroogd, het nu toch echt tijd kon worden om
te filosoferen.
Maar waarom dan niet?
“Mag je eigenlijk een ander pijn doen?”, vroeg ik. “Nee,
natuurlijk niet.”, ze waren het dit keer allemaal met elkaar eens. “Maar waarom
dan niet?” “Dat is niet aardig.” “Nee, en dan doet hij jou ook pijn.” “Dat is
echt niet leuk he…” “Zou er een situatie zijn, waarin je wel een ander pijn mag
doen?” Er werd diep nagedacht, en ik besloot ze een beetje te helpen. “Vanmiddag
was ik bij de tandarts en die deed me ook een beetje pijn…” Ik zag verbaasde
gezichten. “Oja, maar dan moet het”, zegt het meisje in het dinopak. “Ja… en
hij doet het dan niet express.” “Mmmm… doet express pijn doen meer pijn dan per
ongeluk?” “En wordt de pijn eigenlijk minder als je daarna ‘sorry’ zegt?” Er werd
druk geluisterd en gepraat. Ook de jongen met de plastic buis deed enthousiast
mee.
De knijper wilde niet meewerken
“Wanneer weet je eigenlijk dat je iemand echt pijn doet?” Ik
besloot een experiment te doen. Eén van de kleuters mocht mij knijpen, in mijn
arm. Zo hard mogelijk. De andere kinderen mochten kijken of het mij pijn deed.
Als ze aan mijn gezicht zagen dat de pijn heel erg was, mochten ze hun hand
opsteken. Pas bij alle handen in de lucht, zou de “knijper” stoppen. Maar de “knijper”
wilde niet meewerken. En de andere kleuters ook niet. “Ik ga jou toch niet
zomaar pijn doen.”
Met dank aan:
De kinderen van creatieve kinderopvang Kleinlab te Amsterdam
Reacties
Een reactie posten