Als je het niet weet, dan zie je het niet
“Wow, wat een prachtige foto… Ze gaan helemaal op in het
verhaal.” “Goed kijken”, app ik terug. “Wat klopt er niet aan?” Mijn vriendin
(aan de andere kant) van de whatsapp blijft even stil. Ze neemt de tijd om te
kijken. Te kijken naar de foto die ik haar heb doorgestuurd. Het onderschrift
was “Kijk, zo mooi vonden ze de voorstelling van Koning Midas en de Gouden
Kluif gisteren.” Maar er was helemaal geen voorstelling van Koning Midas geweest
en de foto die ik haar had gestuurd was door AI in elkaar gezet. Het werd voor
mij een experiment: als je niet weet dat het door AI is gemaakt, zie je het dan
nog wel?
“Heel eng… zo zie je niet meer wat echt of niet echt is”,
appt ze terug. “We zien het gewoon niet meer.” Ik besloot nog eens goed naar de
foto te kijken. Een meisje met vlechtjes in het haar, roze wangetjes. Met naast
haar nog een meisje van een jaar of zes. En daarachter de rest van het publiek,
wat wazig. Ik ging letten op de kijkrichting, de schaduw, de details en
ontdekte steeds meer dingen die eigenlijk niet klopten.
“Het wordt gewoon onmogelijk gemaakt om echt van niet echt
te onderscheiden”, appt ze terug. “En waar komen die kinderen vandaan. Ze staan
zeker ergens online en worden zonder toestemming gebruikt?” “Nee, ze bestaan
niet echt. Ze zijn in AI geboren. “Echt??? Dat is nog erger”. We besluiten het
experiment even te laten rusten en ik krijg bij wijze van afsluiting een foto
van een fiets, waarop een kikker aan het jongleren is. Met de bijbehorende
tekst: “Neem het leven niet te serieus, je overleeft het toch niet.”
De filosofieles die week ging over de Renaissance en de
uitvindingen die centraal stonden, waardoor de wereld van de mens opeens een
stuk groter werd: het buskruit, de boekdrukkunst en het kompas. Landen konden
door het buskruit eenvoudig veroverd worden. De boekdrukkunst zorgde ervoor dat
kennis veel eenvoudiger kon worden verspreid en het kompas bracht de mensheid
naar de andere kant van de wereld. Uitvindingen dus, en de kinderen werden ook
uitgenodigd om eens iets uit te vinden. Woorden werden aan elkaar gekoppeld en
zo was er iemand die een ontwerp ging maken van een “tand-draaier”, een “oog-machine”
en een “nagel-trekker”. De schetsen werden met grote aandacht gemaakt, net zoals
Leonard da Vinci dat deed in die tijd.
Ondertussen werd er wat gebabbeld en gefilosofeerd. Ik
besloot mijn AI-foto te laten zien aan de kinderen. “Kijk jongens, ik had gisteren
een voorstelling…” De foto werd bekeken en binnen vijf seconden hoorde ik: “Ja
duhhhh Angela, dat is een AI-foto. Dat zie je toch!” Ik was verbaasd en vroeg
ze waar ze dat dan aan zagen. “Ja, de kleur, het licht, de afbeelding, de
handen…” Ik besefte dat deze kinderen al veel beter getraind waren om “echt”
van “niet echt” te onderscheiden. De rollen werden omgedraaid, ik kreeg een
lesje in AI. Na 10 minuten probeerde ik nog wat in te brengen. “Is het niet zo
dat we steeds dommer worden, door dit soort uitvindingen?” Daar waren de
meningen over verdeeld. Er ontstond een discussie, totdat iemand tot het
inzicht kwam: “Daar ben je altijd zelf nog bij.” Als je het weet, dan zie je
het, besefte ik. Laten we dus vooral zelf blijven “weten”. En ja, daar kan
filosofie volgens mij bij helpen.
Reacties
Een reactie posten